Interview met Claude Piron, specialist in internationale communicatie

De communicatieproblemen – die de laatste jaren het voorwerp uitgemaakt hebben van veel onderzoek – blijven een bron van ongemak en soms kwelling voor iedereen, die moet van gedachten wisselen met anderstaligen. We bieden u hieronder een interview met psycholoog Claude Piron, auteur van veel essays en artikels over inter-linguïstiek. Claude Piron is vertaler geweest bij de UNO en de WGO voor Engels, Chinees, Spaans en Russisch en heeft eenentwintig jaar gedoceerd in de Faculteit Psychologie en Opvoedingswetenschappen aan de Universiteit van Genève. Hij is een der medewerkers van de Italiaanse vereniging "Allarme Lingua".

[Dit interview werd gepubliceerd op 1 september 2006 in het dagblad Abruzzo Oggi onder de titel "Riprendiamoci la nostra cultura" ("Laat ons onze cultuur terug in eigen handen nemen")]

GB: Claude Piron, wat denkt u, als psycholoog, over de taalcommunicatie zoals ze zich vandaag afspeelt in wat men soms "het wereldwijde dorp" noemt?

CP: Dat ze een hele reeks spijtige trekken van de menselijke maatschappij in de verf zet, zoals haar masochisme, haar neiging tot irrationeel handelen, haar inertie en haar afkeer om de werkelijkheid onder ogen te nemen.

GB: Waarom spreekt u over masochisme?

CP: Om op internationaal vlak met elkaar te communiceren heeft onze maatschappij een van de daartoe minst geschikte talen gekozen: het Engels, een taal die al heel wat problemen biedt voor personen die in een Engelstalig land geboren zijn. Als ik zeg "gekozen" druk ik me eigenlijk slecht uit. Er is nooit een bewuste keuze geweest, men heeft zich laten dragen door de inertiekrachten. Resultaat: 95% van de bewoners van onze planeet aanvaarden gelaten een ondergeschikte taalpositie tegenover de 5% Engelstaligen "van geboorte", die het maar normaal vinden dat alle anderen de zware taak op zich nemen hun taal te leren om de contacten mogelijk te maken, en, in veel landen, een steeds uitdrukkelijker verloedering van hun eigen taal met lede ogen te zien plaatsvinden.

GB: Uw moedertaal is het Frans, u heeft niet te klagen. In Italië hebben wij een wet op de privacy, een ministerie van welfare en de afgevaardigden noemen het vragenuurtje question time. Het is vernederend dat het de politici zijn die meehelpen aan de voortschrijdende opgave van het goede Italiaans. Het gaat er niet om, een voorbijgestreefd nationalisme te verdedigen, maar het gezond verstand te respecteren. Helaas is iedereen passief en niemand spant zich in om te verstaan wat er in werkelijkheid gebeurt. Welnu, de realiteit is de overheersing van het Engels en wat de pers soms noemt The Great English Divide, de kloof tussen hen, die deze taal kennen en de "nieuwe barbaren" [1], die ze niet kennen en bovenmenselijke inspanningen doen om de kloof te dichten. Maar wat bedoelt u precies als u beweert dat de maatschappij het vertikt de waarheid onder ogen te zien?

CP: Men zegt: "er is geen probleem want het Engels is de wereldtaal". Dat is niet waar. Het huidige systeem verveelvoudigt het aantal slachtoffers. Onze maatschappij heeft niet het minste medelijden met een vreemde arbeider, die onbillijk behandeld wordt omdat hij er niet in slaagt zich verstaanbaar te maken, of met de directeur van een kleine of middelgrote onderneming, omdat zijn Engels niet op het niveau ligt van de delicate onderhandelingen die hij ondernomen heeft, of met een toerist die angstig is wegens zijn verschrikkelijke buikpijn, maar er niet in slaagt aan de plaatselijke geneesheer uit te leggen wat er gebeurt. Het aantal gevallen is niet te tellen. Maar in plaats van de slachtoffers als dusdanig te beschouwen, behandelt de maatschappij ze als schuldigen: "Ze hadden maar de talen moeten leren!" Alsof dat voor iedereen zo eenvoudig is. En wat dan met die miljoenen en miljoenen jongeren in de hele wereld, die zich het hoofd breken om het Engels in hun kop te krijgen, zonder er ooit in te slagen het onder de knie te krijgen! Welke enorme investering aan neurale en intellectuele energie voor pietluttige resultaten, op wereldschaal! Het is des te absurder dat de factoren die van het Engels zulke moeilijke taal maken, niets te maken hebben met de nood aan communicatie, het zijn alleen maar grillen van de voorouders van de Britten. De PDG van Nissan, Carlos Ghosn, zei eens: "Het Engels is maar een gereedschap, een programma". Akkoord, een taal is in vele opzichten vergelijkbaar met een computerprogramma. Maar welke redelijke persoon die kan kiezen tussen een programma dat men maar grondig beheerst na zeven jaar en een ander, waarmee men zich op zijn gemak voelt na één jaar – met gelijk aantal leeruren per week – zal het eerste kiezen, als de ondervinding toont dat het gemakkelijkste te assimileren bovendien de beste resultaten levert? Dit is nochtans de toestand als men het Engels vergelijkt met het Esperanto. Anders gezegd, de "keuze" was irrationeel.


GB: Is de maatschappij niet te los in haar aanpak van de talen?

CP: Natuurlijk wel. Ze kijkt naast de moeilijkheid van de talen, die ze weigert onder ogen te nemen. "Engels in drie maanden", "Russisch in 90 lessen", "Arabisch zonder moeite". Deze titels zijn bedrieglijke boodschappen. In Europa, is na zes jaar scholing, gemiddeld slechts één jongere op honderd in staat de aangeleerde taal correct te gebruiken. In Azië is de verhouding één op duizend. Nochtans durft geen enkele minister van opvoeding het feit onder ogen nemen dat onze talen te moeilijk zijn om ze grondig te kunnen leren in een schoolcursus.

GB: Maar staan al die talen niet op dezelfde voet vanuit dit standpunt gezien?

Dat is geen reden om geen echt optimale oplossing te zoeken. Neen, de talen zijn niet gelijk. Het Engels is een apart geval. Neem de letter a. In heel de wereld spreekt men die omzeggens altijd op dezelfde manier uit. Het zijn praktisch alleen Engelstalige landen, die daarop uitzondering maken. In het Engels is a nu eens /éi/ (case), dan eens iets tussen /a/ en /è/ (bad), dan weer /â/ (father), dan /o/ (hall). En zo gaat het ook voor alle andere aspecten van de taal. Kijk naar het woordenboek. Er is tweemaal zoveel neurale energie nodig om tooth en dentist te onthouden in het Engels dan in de overgrote meerderheid van de andere talen waar tandarts afgeleid is uit tand. In Esperanto moet men het woord zelfs niet zoeken in het woordenboek, men vormt zelf dentisto uitgaande van dento 'tand', zoals men programisto 'programmeur' vormt uitgaande van programi 'programmeren', seruristo 'slotenmaker' uitgaande van seruro 'slot' en parolisto 'spreker' uitgaande van paroli 'spreken'.

GB: Zou u dan tegen het taalonderwijs op school zijn?

Absoluut niet. Ik ben tegen de dubbele illusie die erin bestaat te geloven dat het Engels het communicatieprobleem in de wereld oplost en dat het mogelijk is het te leren in de schoolomstandigheden tot een echt werkbaar niveau. Noch het ene noch het andere van die ideeën is waar. Wat redelijk zou zijn is, dat de staten aan de inwoners van hun land aanraden Esperanto te leren om op korte tijd te kunnen beschikken over een middel om te communiceren met anderstaligen, en dat men talen studeert op school, niet als communicatiemiddel, maar als culturele verrijking, als initiatie tot het begrijpen van andere mentaliteiten. Het is absurd dat op wereldschaal 90% van de leerlingen van de middelbare een ontzaglijke mentale energie besteden om één enkele taal, het Engels, te leren ten koste van zoveel andere culturen, waarmee ze zouden kunnen in contact komen via het taalonderwijs. Het is des te absurder dat na deze inspanning het merendeel van de leerlingen niet eens echt kan communiceren op voet van gelijkheid met de bewoners van de hele wereld.

GB: Indien u gelijk heeft, waarom zijn zij, die zich uitspreken zoals u, dan zo weinig talrijk?

CP: Omdat allerlei affectieve factoren, die in het onbewuste deel van het psychisme werken, veel verwarring brengen en irrationele angsten opwekken. De taal is in onze geest verbonden met het identiteitsgevoel. Weinig mensen geven er zich rekenschap van dat die identiteit veel beter beschermd is door een taal, die aan geen enkel volk toebehoort, zoals het Esperanto (of zoals het Latijn was in de Middeleeuwen) dan door een taal zoals het Engels, dat in de geesten op een subtiele, sluikse manier een hele manier van denken, allerlei connotaties en mythes binnensmokkelt, die niet overeenstemmen met de mentaliteit van het Europese vasteland, noch van Azië overigens.

GB: Kunnen de zaken veranderen?

CP: Het is mogelijk dat de toestand van de Europese Unie, met zijn nieuwe leden en dus nieuwe talen, ertoe noopt het probleem ten gronde te hernemen. Maar het is ook mogelijk dat de moed om de fundamentele vragen te stellen helemaal ontbreekt. Menselijke wezens zijn zeer behoudsgezind. Om de afwijkingen van het huidige taalsysteem te verbeteren is er een mentaliteitswijziging nodig, en, zoals Janet zei, is zulke wijziging een "psychologisch kostelijke" handeling.


GB: Akkoord over het invoeren van het Esperanto in de scholen, wat ook als voordeel zou hebben, dank aan zijn propedeutische eigenschappen, het leren van de andere talen te vergemakkelijken, maar in de Europese instellingen gaat het niet over vriendschappelijke babbels doch over de meest complexe onderwerpen van economische, juridische en technische aard. De verwijten aan Esperanto op het vlak van uitdrukkingsmogelijkheden zijn belachelijk voor hen, die de zaak bestudeerd hebben, maar in het licht van uw ervaring met communicatie in de internationale organisaties, kunnen de lacunes in de terminologie geen ernstige moeilijkheden scheppen?

CP: Het probleem stelt zich, dat is waar, en het is ook geen peulschil, maar de middelen zijn bekend om het op te lossen, zoals men gedaan heeft met het Chinees in de UNO in de jaren 50, of in Israel toen men het Bijbelse Hebreeuws, dat maar 5000 woorden telde, heeft moeten aanpassen aan het moderne leven. Het feit dat het Finse voorzitterschap van de EU elke week een informatiebulletin in het Esperanto ( http://conspectus.wordpress.com ) publiceert toont dat men in die taal over alles kan spreken wat Europa betreft. Het echte probleem is, er toe te komen de opinie en namelijk de politici te sensibiliseren voor het belang van de internationale communicatie. Het is belangrijk vooral een democratische houding aan te nemen en de Angelsaksische wereld te doen toegeven dat verstaan en zich doen verstaan een recht is van elk menselijk wezen. Ik hoop dat meer en meer burgers zich zullen bewust worden van de culturele waarden die moeten beschermd worden en dat ze zullen reageren vooraleer die waarden te ernstig bedreigd zijn. Dit gezegd zijnde, voortgaan met Esperanto te verwerpen, vooraleer het dossier zelfs maar geopend te hebben en na te gaan hoe het werkt daar waar het gebruikt wordt, komt er op neer de democratische, wetenschappelijke en juridische principes te negeren die aan de basis van onze cultuur liggen.

Girogio Bronzetti